Analyseopgave 2019 - Analyse opgave TE2 - OPGAVEN EN PLANNING WEEKPROGRAMMA ANALYSE WEEK 4 en 5 - Studeersnel (2024)

Vak

Universiteit

Technische Universiteit Delft

Geüpload door:

Aanbevolen voor jou

• 180Dictaat: Draagconstructies ITechniekOverige100% (1)
• 61RIJA Rieteilandhuis IJburg Amsterdam eindverslag cijfer : 7.5TechniekVerplichte opgaven100% (6)
• 43Almere Courage eindverslag TE2TechniekWerkstukken/Essays100% (5)
• 41Almere Courage eindverslagTechniekWerkstukken/Essays100% (4)
• 4Formuleblad TE2 - Samenvatting TechniekTechniekSamenvattingen100% (4)

Reacties

Andere studenten bekeken ook

• TE3 tentamen april 2020
• Antwoordvel akoestiek -
• GF 140 GR P 125 1 A E30 MF-Plafond
• A0 [B4] Buro Bouwstof + JHK, Villa Boomgaard, Driebergen
• 20210608 Warmtebalans V1 (version 2)
• Oefenvragen-BC-BK3TE4

Gerelateerde documenten

• Oefententamenvragen ST BK3TE4 2018
• Oefenvragen klimaatontwerp
• A3 [C7] Moke, Villa Bakkum, Bakkum
• Vuistregels draagconstructie
• BK2TE3 Formuleblad Klimaatontwerp v1
• Dictaat: Draagconstructies I

OPGAVEN EN PLANNING WEEKPROGRAMMA ANALYSE

WEEK 4 en 5

15. opbouw gevelpakket (vervolg)

    • afgepelde 1,5x1,5m aanzichtekening en voorge- schreven 2 doorsneden onder en rechts (inventarisaie, schaal 1:10, evt. detail 1:5)
    • tabel opbouw met materiaal, afmeingen, funcie, verbinding en bouwvolgorde (ordening)
    • bouwfysische tabel u-waarden, Rc, temperatuurver- loop en dampspanning bij -10 graden buiten en 20 graden binnen. (experimenteer zelf met waarden en varianten op construcie)
    • graische weergave temperatuurverloop en damp- spanning bij -10 graden buiten en 20 graden binnen
    • verklaring dampspanning, opbouw en verbinding

16. opbouw dakpakket

    • idem zoals bij 15

WEEK 6 (na de toets)

uitwerken vergelijking:17. energieverliesberekening op koude dag(evaluaie, vergelijken en verklaren)

18. Teamvergelijking Pakketen en Energie

verslag afmaken(probeer in een laatste ronde van voortgeschreden in-zicht je eerdere ordeningen & verklaringen te verbeterenen aan te vullen).

verslag uploaden als A3-pdf via brightspace

gedaan vóór eerste bijeenkomst

• course descripion lezen op brightspace
• deze analyse-opgave printen en lezen
• voorbeeldverslag printen
• A3 woonhuisplan printen en A0’s bekijken

WEEK 1

1. situaie, oriëntaie en (micro) klimaat

onderlegger / basistekeningen:(Teken met de hand, zonder liniaal en niet inkleuren!)2. alle plategronden + dakaanzicht 1:3. de doorsneden (waarvan tenminste één extrazelf geconstrueerd 1:100)4. alle gevels 1:

Inventariseren, ordenen en verklaren:5. funcionele indeling (denk na over daglicht, oriënta-ie en draairichingen deuren en ramen, oppervlakten)

WEEK 2

6. stramien en maatvoering

7. kolommen, binnen- en buitenwanden

8. Teamvergelijking Funcionele Indeling enBouwsysteem

9. vericale krachtsafdracht [DC]

10. staische schema’s met krachtswerking [DC]

WEEK 3

begeleiding week3 start met TUSSENPRESENTATIE

(materiaal corrigeren na commentaar van docent)

upload tekeningen als één A3-pdf via brightspace

11. horizontale krachtsafdracht [DC]

12. Teamvergelijking Materiaal en Draagconstrucie

13. gevelmaterialen, openingen, lateien(inventariseren, ordenen, verklaren)

14. kozijnen, ramen, deuren(inventariseren, ordenen, verklaren)

MATERIAAL en CONSTRUCTIE

ANALYSEOPGAVE BK1TE2 2019/ (V. 7-11-2019)

ALGEMEEN

VOORBEELDVERSLAG

Lees naast deze opgave ook het voorbeeldverslag bijaanvang vast één keer goed door. Het geet voorbeeldenzowel voor inhoud als voor opmaak. Het is nadrukkelijkgéén compleet verslag. Het geet wat voorbeelden hoeje dingen zou kunnen doen aan de hand van een kleinwoonhuis van ca. 25 jaar oud. Je moet het zelf aanvullen,interpreteren en aanpassen aan je eigen studieobject.

Je verdeelt de analyse per onderwerp in drie fasen:- Inventariseren (Wat zit waar? Het in kaart brengen op basistekeningen)- Ordenen (Waar en Hoe ziten de elementen precies? hiërarchie, relaies, groepering, zonering, repeiie, verbanden, montagevolgorde, uitzonderingen (ge- nummerde tekeningen, schetsen, tekstlabels, pijlen, tabellen, kleine berekeningetjes)- Verklaren (Waarom? Technisch en funcionele hypo- thesen en verklaringen in korte genummerde tekst per geordend onderdeel.)

REGELS

• Houd je aan de indeling (in secies) van dit voor-beeldverslag.
• Zet steeds zoveel mogelijk op de linkerpagina peronderwerp je inventarisaie tekeningen (Wat?,waar?)
• Zet links op de rechterpagina de ordening (Waar?,Hoe?): genummerde schemaische tekeningen,diagrammen en schetsen met maten, tekstlabels enkleine toelichtende teksten
• Zet rechts op de rechterpagina de technische ver-klaring (Waarom?) van wat je geordend hebt. Houddezelfde nummering per element aan als bij orde-ning en inventarisaie aan.
• Kijk met voortschrijdend inzicht steeds terug. Netals ontwerpen is een technische analyse zelden eenstrikt lineair proces.
• Maak informaie-dichte pagina’s met tekeningen ,dus géén oeverloos lange teksten. Korte genummer-de lijstjes voldoen uitstekend. Gebruik bouwkundigeterminologie en wees technisch speciiek en kwani-taief, ook in vergelijkingen.
• Het aantal pagina’s is niet vast, het kan wisselen perhuis. Soms kunnen er wel twee of drie plategron-den op een blad, soms maar één. Neem de ruimtevoor de tekeningen, maar als het enigszins kan zetdan meerdere plategronden, gevels of doorsnedenop een blad. Handig precies boven of naast elkaar.Je hebt dan een beter overzicht en ziet relaies ookbeter. Ordening en de verklaring gaan soms over éénenkele tekening, soms over een groep van bij elkaarhorende tekeningen. Zet die ordening en verklaring

dan bij de laatste pagina van die groep tekeningen.

• Zorg dat scans scherp, met voldoende contrast zijnen recht op de pagina staan. Verbeter deze abeel-dingen indien nodig met photoshop. Houd eenabeeldingresoluie van 150 tot 200dpi aan.
• Je tekent met de hand , niet met de computer, eenliniaal gebruik je alleen om te meten. Later leer jemet de computer tekenen. Met de hand tekenen isde meest directe manier van verbeelden en de snel-ste methode om je ideeën weer te geven. Dat moetje trainen.
• Je maakt je eigen tekeningen, berekeningen enteksten, etc. Afgezien van de vergelijkingsonderdelenwordt materiaal dat door anderen vervaardigd is ofleterlijk overeenkomt en in jouw verslag is terecht-gekomen beschouwd als plagiaat en dan krijg je geenTE2 cijfer. Je verslag wordt niet nagekeken door jouwbegeleidingsdocent, maar door een klein groepjedocenten die allen precies hetzelfde huis nakijken enonderling afstemmen. Hiermee wordt evenwichigbeoordeeld binnen de moeilijkheidsgraad van hethuis.

1. DOCUMENTEREN [WEEK 1]

OPGAVE

0. BASISDOCUMENTATIE

1. SITUATIE EN KLIMAAT

De documentaie in je verslag moet tenminste omvat-ten :**De tekeningen en foto’s (met camerariching- en posi-iekaartje) zoals ze te vinden zijn op brightspace (nietmee dan 4 of 5 A3-pagina’s voor gebruiken: eventueelsamenvoegen en verkleinen).

• Bronvermelding bij zelf gevonden** **documentaiemateriaal.
• Situaietekening, informaie over de locaie en** de geograische ligging. Google Earth. Noordpijl. Begroeiing, naburige bebouwing. Andere speciieke **locaie-informaie.
• Informaie over het klimaat, zowel gespeciiceerd** als maandgemiddelden als ook de extremen. Gebruik Climate Consultant. zie: htp://climate- consultant.sotware.informer/download/

TOELICHTINGIn de eerste fase van een technische analyse wordt docu-mentaie verzameld en wordt de algemene context vanhet plan beschreven. Je doet dit om de werking van debouwconstrucie te begrijpen - niet enkel om het verslagte vullen. Bij zo’n documentaie horen normaal gespro-ken:

• voorstudies en schetsen
• opdrachtdocumenten
• het deiniief ontwerp, plategronden, doorsneden,maquete’s, bouwaanvraagdocumenten, detail- enuitvoeringstekeningen en gebruiksdocumentaie,kosteninformaie
• de locaie en geograische ligging (aard van de omge-ving, hellingen, hoogteligging, bereikbaarheid voorvrachtwagens, beplaning, hoogte t.o. zeeniveau)
• het klimaat: temperaturen (gemiddeld en extremendag-nacht zomer-winter) neerslag en wind.
• informaie over de architect en zijn visie op architec-tuur en werkwijze, bijvoorbeeld arikelen uit ijd-schriten toen het werd gebouwd
• literatuurlijst / bronnen

TIPS: BIJ FOTO’S

Maak een blad met foto’s van het interieur en exterieur,je ordent en nummert ze en plaatst er een plategrond-je bij met daarin pijlen die het camerastandpunt en-riching aanduiden. dit helpt om het gebouw snel teleren kennen. Een scanresoluie resoluie van 200 dpiis genoeg. Gebruik de foto’s later ook als dingen in detekening niet duidelijk zijn.

TIPS: LOKAAL KLIMAATSchrijf een toeliching over het klimaat bij. Ook in dezetoeliching kun je de tekst structureren aan de hand vande vragen:

• wat, waar?
• waar, hoe, wanneer, in welke relaie?
• waarom?

Belangrijke vragen die je kunt stellen voor een techni-sche analyse van een gebouw zijn bijvoorbeeld:

• wat is de gemiddelde jaartemperatuur?
• wat is de minimum temperatuur, en wat is op dat moment de luchtvochigheid?
• wat is de maximum temperatuur?
• wanneer en hoe lang is het stookseizoen?
• Hoe vaak en hoe lang schijnt de zon min of meer onbelemmerd ijdens het stookseizoen?
• waar komt de wind vandaan, zijn er gebouwen of bomen die voor luwte zorgen?
• Zijn er bomen die in de zomer als zonwering funge- ren maar s-winters hun blad verliezen?
• vul zelf aan...

2. 3. 4. BASISTEKENINGEN [WEEK 1]

OPGAVE

2. PLATTEGRONDEN

3. DOORSNEDEN (ÉÉN ZELF CONSTRUEREN)

4. GEVELS

De opgave is om de tekeningen te abstraheren. Deoriginelen bevaten vaak informaie op het niveau vaneen 1:20 of 1:50tekening, ook al zijn ze op de A3-onder-legger 1:100 afgedrukt. (Inderdaad: Tekenschalen - ziebouwkundigtekenen - gaan in de eerste plaats over hetabstracieniveau en de gedetailleerdheid van de infor-maie.) Zo maak je een basisset op schaal 1:100 om alsonderlegger dienst te doen voor inventarisaie, orde-ning en verklaring. Teken deze tekeningen met de hand,kleur ze niet in!

TOELICHTINGJe begint met de gegeven plategronden, gevels en door-sneden met de hand over te tekenen, daarna construeerje één nieuwe doorsnede over een interessante nogontbrekende snedelijn en één dakplategrond (de ‘vijfdegevel’).

Al tekenend denk je na over wat je tekent: wat repre-senteert die lijn? Je leert de juiste lijndiktes en lijntypeste kiezen. Je ontwikkelt een gevoel voor wat belangrijkeinformaie is en wat niet. Je leert algemene tekenroui-nes. Je leert dat bij een bepaalde schaal een bepaaldeinformaiedichtheid hoort. Op een schaal 1:100 bijvoor-beeld teken je niet alle bakstenen, zeker niet als je hetmet de hand doet, maar op een 1:20 moet die informaieer wel in staan. Het is dus niet de bedoeling dat je detekeningen door de kopieermachine haalt. Het gaat omhet abstraheren van relevante informaie en het makenvan, voor het verslag bruikbare basistekeningen. Als jemoet leren schrijven heet het immers ook geen zin omde tekst onder de kopieermachine te leggen. Dit is geenzware intellectuele arbeid, maar het vraagt geduld enprecisie. Vul de tekeningen zo veel mogelijk aan met in-formaie uit de foto’s of dingen die je ontdekt op detailsvan de A0-pdf set. Op de foto kan je misschien zien datde buitenwandbekleding bestaat uit houten planken,terwijl deze niet op tekening staan. Er kunnen wijzi-gingen zijn of op de foto’s kan meer te zien zijn dan deoorspronkelijke tekeningen.

Deze tekeningen vormen de basis voor alle volgende te-keningen. Je kopieert ze steeds en vult ze aan en bewerktze, ahankelijk van het onderwerp. Tip: teken niet te veel

• je kunt losse tekeningen wel samenvoegen (transparan-ten over elkaar leggen en kopieren, of samenvoegen metde computer), andersom niet. Daarom kan het handigzijn, als je steeds gedetailleerdere informaie toevoegt,de tekening tussenijds te kopiëren of te scannen.Je mag het boek geheel met de hand samenstellen envervolgens scannen. Wel raden we je aan om, als je hetliever met de computer doet, het programma Adobe In-design te gebruiken, omdat het makkelijk is, bijna overalgebruikt wordt en je de opmaak vast kunt maken terwijler aan de tekeningen nog gewerkt wordt.

Werk met dubbelpagina’s en een eenduidige numme-ring. Plaats, als er meerdere plategronden, gevels ofdoorsneden op een blad passen ze in relaie met elkaar,zoals het voorbeeld aangeet. De laagste verdieping staatbeneden op het blad.

TIPS HOE TE TEKENENPrint de tekeningen op Schaal / Actual Size en controleerna het printen de schaal.Trek de tekeningen over op doorzichige schetsrol. Letop de maat van de uiteindelijke tekening, die op A

(zie tekeningmaten) afgedrukt moet worden. Let op: Je

schetsrol is breder (nl. 332 mm) dan een A3 hoog is (nl.297 mm), zorg ervoor dat je bij het kopieren niet in deproblemen komt.

tekeninstrucies over: lijntypen , lijndiktes, maatlijnen,

hoogteaanduidingen

kan je vinden op wiki.bk.tudelft/bk-wiki/Bouw-

technisch_Tekenen

Benodigdheden:Fineliners in de diktes 0,1 0,2 0,3 0,5 en 0,8 mm, eenvulpotlood met 0,5 mm HB sit, gum, schetsrol, kleur-siten met dunne punt, plakband, bij voorkeur Scotchremovable van 3M, omdat dat makkelijk te verwijderenis zonder dat je je tekening beschadigt.

INVENTARISEREN, ORDENENEN EN VERKLAREN [UITLEG]

We willen dat je bij de analyseonderwerpen steeds pro-beert deze 3 fasen te doorlopen.

INVENTARISEREN:

(Wat? Precies aangeven op basistekening)

Voor het inventariseren gebruik je kopieën van de basis-tekeningen die je hebt gemaakt, die je aanvult met watje in kaart wilt brengen. Dat kun je doen door er meer bijte tekenen en/of in te kleuren. Zet er nummers bij. Werkmet dubbelpagina’s.

Kijken en zien niet hetzelfde. Veel zie je slechts omdathet al betekenis voor je draagt. Een systemaische me-thodiek helpt dingen aan het licht te brengen. Dus alsje nog niet weet waarom iets is, of hoe het werkt, beginje met het precies te tekenen, te tellen, te meten, tespeciiceren.

Daarvoor wissel je voortdurend tussen de tekeningen.Zoek daarbij ook goed in de aanvullende toelichingen endetails op de A0-pdf verzamelbladen op brightspace.Ook zal je bijvoorbeeld onbegrijpelijke termen of akor-ingen op tekeningen tegenkomen: sommige horen tothet terrein van de architect, anderen bij de constructeur,de werktuigbouwkundige of elektrotechnische adviseurof -installateur. Zoek ze op.

Je kunt steeds beginnen met de inventarisaietekenin-gen en gaandeweg ordening en verklaring toevoegen.Probeer steeds snel het linkerblad met de inventarisa-ie tekeningen te vullen: precies tekenen wat er is, kanook als je nog niet precies weet hoe en waarom en hettekenen maakt je atent op aspecten die anders aan jevoorbij gaan. Voortschrijdend inzicht!

ORDENING

( Hoe en waar precies? - schetsen, diagrammen met wei-nig label tekst of een tabel)

In dit gedeelte teken en beschrijf je de systemaiek, deordening, de regelmaat en de afwijkingen, in wat je ge-inventariseerd en genummerd hebt. Schrijf er legenda’sbij, aantallen, typen, maatvoering. Je antwoordt op devraag: waar ziten de elementen, maar dan niet uitge-drukt in een exacte locaie, maar juist ten opzichte vanelkaar. Hoe verhouden ze zich tot elkaar? De inventarisa-ie geet het grote overzicht: bij de ordening concentreerje ook op de vraag “Hoe precies?” Hier worden aanvul-lende details of kleine schema’s getekend en informaiebij geschreven. Speciicaies, belangrijke maatvoering,oppervlakten, hart-op-hart (h.o.) afstanden, tussen-ruimte, marges.De voorkeur gaat hier uit naar schetsen, schema’s enkorte tabellen. Tekst voeg je enkel toe als kleine toelich-ing , dus labels, legenda’s of aspecten die je echt nietin een tekening kunt vaten. Zoals ‘Alle grote aluminiumschuifpuien in de zuid- en westgevel. De kleine ramenalleen in de noordgevel.’ Of: ‘de thermische isolaie in dewanden zit overal in de spouw, tegen het binnenspouw-blad bevesigd, alleen in de wand op as 6 zit de isolaieaan de buitenzijde en is daar afgewerkt met stuc’.

• Presenteer je bevindingen in consequent genum- merde tekeningetjes met toeliching.
• Probeer de toelichtende tekst kort, informaief en technisch te houden, voorkom herhaling.
• Ordenen mag ook worden toegevoegd aan de inven- tarisaie in de vorm van legenda, kleine schetsen, inkleuren, omkaderen.

Hieronder een voorbeeld van samenstelling van be-paalde kozijnen en een voorbeeld van een schets die demaatvoering van het tegelwerk in de badkamer laat zien(bedenk eens hoeveel tekst je nodig zou hebben om uitte leggen waar & hoe de dubbele wandcontactdoos oflichtschakelaar precies moet worden uitgelijnd?):

VERKLARING

( Waarom? - tekst en soms berekening)

In dit gedeelte geef je een tekstuele verklaring, genum-merd per element, voor je constateringen. Erbij tekenenmag alijd en wordt erg gewaardeerd, geef dan wel vol-doende toeliching zodat de tekening ook als verklaringte snappen is.

Probeer de tekst kort, informaief en technisch speciiekte houden. Voorkom grote blokken tekst. Beperk verdub-belingen.

Probeer de goede bouwkundige termen te gebruiken,dat leidt al snel tot meer precisie. Zie bijvoorbeeld http://www.joostdevree en gebouwopbouw op bk-wiki.

Het is een technische analyse: we zijn vooral geïnteres-seerd in technische en funcionele verklaringen.

NUMMERING DOOR I-O-V HEENEenduidige nummering door de fasen heen is een be-langrijke element van de methode. Je pikt een genum-merd element op - isoleert het en bekijkt het zorgvuldigin relaie tot het geheel - en beschrijt en verklaart het.

INVENTARISATIE ORDENING VERKLARING

6. STRAMIEN EN MAATVOERING [WEEK1]

OPGAVE

Inventariseer de bouwsystemaiek, breng stramienlij-nen, peilmaten en maatvoering in kaart. Doe dit zowelhorizontaal in de plategronden als vericaal in de door-sneden. Orden de maatsystemaiek door regelmaat,repeiie en uitzonderingen te tekenen in eenvoudigeschema’s. Laat bij ordening ook zien hoe het stramien indetails loopt. Bij verklaring geef je de technische rede-nen aan die je kunt verzinnen waarom het zo gedaan is.

TOELICHTINGAlle systemen van bouwelementen (balken, vloerplaten,gevelpanelen, etc.) komen met hun eigen driedimen-sionale maatsystemaiek, soms heel rigide, en somsjuist heel aanpasbaar of vormvrij. Een stelsel van stra-mienlijnen wordt gebruikt om de onderdelen van hetgebouw in relaie tot elkaar te kunnen plaatsen. Het iseen hulpmiddel. Het is, net als het stelsel van lengte- enbreedtegraden op aarde, een oriëntaie- en plaatsbepa-lingsmiddel. Een denkbeeldig driedimensionaal stelsel.De hoofdmaatvoering op een bouwtekening is eraangerelateerd.

Als je een gebouw tekent om het door een aannemer telaten uitvoeren zijn stramienen een goede manier om opalle tekeningen naar een denkbeeldig, maar vast stelselvan lijnen te verwijzen. Het is de basis van de maatvoe-ring, het wordt gebruikt door de aannemer om de matenvan het gebouw op locaie uit te zeten; het is in wezende manier waarop plategronden, gevels, doorsneden endetailtekeningen aan elkaar gekoppeld zijn. Architecten,aannemers, leveranciers en ambtenaren gebruiken hetbij hun onderlinge communicaie.Stramienlijnen worden gecodeerd, met leters in x-rich-ing, en cijfers in y-riching. Soms staan stramienlijnenal op de aangeleverde tekening, soms moet je zelf deregelmaat ontdekken en kan je zelf een stelsel bedenken.Vericaal worden peilmaten aangegeven, ten opzichtevan een gekozen nul-niveau. Dat peil=0-niveau is vaak debovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer.

Het stramien is dus alleen maar een hulpmiddel om jeposiie te bepalen. Er is niet perse één enkel ‘juist stra-mien’: zolang het maar een eenduidige referenie is, diein alle tekeningen hetzelfde is. Het is alijd gerelateerdaan de hoofddraagconstrucie. Vaak vallen de stramien-lijnen samen met de construcieve vloerrand of het hartvan een kolom. Stramienlijnen hoeven in x- en y-richingniet op dezelfde afstand te liggen en binnen een richingkunnen er verschillen zijn. Soms is er helemaal geenregelmaig orthogonaal of radiaal stelsel.

INVENTARISATIE

Geef op de volgende pagina de stramienlijnen weer zoalsze op je basistekening staan, of, als die er niet zijn, naareigen inzicht. Codeer ze. Gebruik ze bij verwijzing in eigentekst en tekening.Schets details op schaal 1:5 die weergeven hoe debouwkundige elementen ten opzichte van het stramiengeplaatst zijn. Een voorbeeld laat zien hoe belangrijk diestramienlijnen zijn voor de maatvoering.Probeer bij het ordenen te ontdekken hoe het in jouw on-derzoeksobject zit met de maatvoering. Zie het voorbeeldop de volgende dubbelpagina.

ORDENINGBij de ordening probeer je de wetmaigheden en deafwijkingen te registeren. Repeiie van gelijke elementenvereenvoudigt het bouwproces.

Geef maten aan. Noteer of de stramienlijnen in de tweerichingen op dezelfde afstand liggen. Waarom wel ofniet? En bedenk dat een bij de stramienlijnen geschrevenmaat “ | 3 x 3 | ” - duidelijkere informaie geetdan: “ | 3 | 3 | 3 | “

Staan de elementen centrisch op stramien? Of op eenandere manier? Probeer verschillen te ontdekken, bij-voorbeeld tussen hoe binnen- en buitenwanden op hetstramien zijn geplaatst. Wat is het principe achter dieverschillen?

VERKLARINGHet stelsel van stramienlijnen (ook als ze door jouzelf slimzijn gekozen) is dus zelf een orde-instrument. Je verklaarter de systemaiek mee. De standaard zal bijvoorbeeldworden ingegeven door vaste afmeingen van standaardbalken, spanten, vloerplaten, gevelelementen, of kolom-men. En de afwijkingen komen zo aan het licht. Het helptje om precies te kijken. En een kennelijk logisch, maartoch zeer onregelmaig stramien zegt misschien iets overhet bouwmateriaal of de construciewijze.

VOORBEELD

Hiernaast een fragment van een plategrond. In rood destramienlijnen, met hier zelfs een sub-stramien in blauw.De construcieve wanden (grijs) zijn 230 mm dik, dekolom is om construcieve redenen 430 mm breed. Allekorte stukjes metselwerk (penanten) (roodbruin) zijn 43 0mm breed wat overeenkomt met 4 koppen en 3 voegenin metselwerk van waalformaat baksteen. Alle puienlijken dezelfde breedte te hebben en ook de glasmatenlijken in eerste oogopslag hetzelfde, maar als je beterkijkt blijken alle drie de puien anders te zijn en komen er4 verschillende glasmaten voor!

b a a c c a a d bb a a b

230-100-

100-100-

430=4k-v 430=4k-v 430=4k-v 430=4k-v k = koppenmaat: kop + voeg

OPGAVE

Vergelijk de huizen van de verschillende teamleden: ziede dubbelpagina in het voorbeeldverslag. Hanteer demethode Inventariseren (Teken en nummer: wat, welkverschil?), Ordenen (teken, label, kleur in: Waar precies,hoe? en Verklaar voor zover technisch mogelijk (Schrijfper nummer: Waarom?)

Hier wordt een suggesie gedaan voor verschillendeaspecten die je zo onderling zou kunnen vergelijken. Kieser uit en vul zelf aan (wordt erg gewaardeerd). Houd Deteksten vooral kort en technisch informaief.

VRAGEN

1. Hoe staan de huizen op de locaie, vergelijk de om-geving? Wat zijn belangrijke verschillen?
2. Is er bijzonder uitzicht?
3. Wat is de daglicht-oriëntaie van:

• de woonruimte?
• de keuken?
• de grootste slaapkamer?
• terras, balkon of belangrijkste buitenruimte?
• badkamer?

4. Hoe toegankelijk is de woning en de verschillenderuimten voor rolstoelgebruikers?
5. Hoe is verblijfs- en verkeersruimte georganiseerd?Teken schemaisch.
6. Is er sprake van een heldere bouwsystemaiek (denkdaarbij aan maatvoering en repeiie)? Kan je deze inschema tekenen?

8. TEAMVERGELIJKING

FUNCTIONELE INDELING EN BOUWSYSTEMATIEK [WEEK1]

kleine tussenverdieping) teken dan de omtrek vanhet volledige gebouw erbij in grijs, zodat de lezer zichkan oriënteren binnen het gebouw.19. Vermeld de schaal van de tekening en het verdie-pingsnummer (0, 1, 2, enz.). [0]

ORDENEN:Teken de belasingsvelden die afdragen op de vericaledragende elementen (kolommen en wanden) die zich on-der de eerste verdiepingsvloer bevinden. Hiermee krijgje begrip voor de hierarchie van de draagconstrucieveopbouw van de vloer: bijvoorbeeld vloerdelen liggenop secundaire liggers, liggen op primaire liggers, liggenop kolommen. Het geet ook inzicht in welke vericaledragers het meeste belasing dragen.

VERKLAREN:Maak hier wat slimme observaies over de afdracht vanvericale belasingen.Geef ook aan als er gedeelte van de vloer overspanningonduidelijk of vreemd zijn in de gegeven tekeningen, enwaar je wellicht aannames hebt moeten doen.

INVENTARISEREN:

Teken de schemaische draagconstrucie plategrondenzoals in college is toegelicht en waar je een voorbeeldvan ziet in het voorbeeldverslag.

TEKEN INSTRUCTIES:

1. Teken alleen de construcieve onderdelen die devloer op zijn plek houden (vericaal en horizontaalsteunen). Over het algemeen is dit de construcie diezich juist onder de vloer bevindt, met uitzonderingvan hangende onderdelen. (zoals bijvoorbeeld in deconus van de TU Bibliotheek)
2. In de tekening zien we dus de construcie onder devloer, als ware de vloer doorzichig.
3. Teken de omtrek van de vloer incl. evt. trap/lit ga-ten, vides, enz. [doorgetrokken lijn 0]
4. Teken stramienlijnen [streep-punt lijn 0 mm (evt inandere kleur)] en label ze.
5. Teken de dragende balken. Gebruik twee lijnen omde dikte aan te geven. [doorgetrokken lijn 0 mm]
6. Teken de kolommen en muren. [doorgetrokken lijn0] en arceer ze [0 pen of inkleuren metsit].
7. Teken overspanningspijlen in de vloer velden. Ge-bruik een doorlopende pijl om uitkragingen aan tegeven [doorgetrokken lijn 0 mm]
8. Teken kruisen ter plaatse van gaten in de vloer [door-getrokken lijn 0]
9. Teken eventuele stabiliteitskruisen in de construciesals andreaskruis naast het vak waarin het stabiliteits-kruis zich bevind [onderbroken lijn 0 (evt inandere kleur)]. Een schoor teken je als één schuinelijn.
10. Label de stabiliteits-elementen als kruisverband(k.v.) of trek/druk schoor (+/-staaf) , materiaal enevt. sterkteklasse, doorsnede afmeingen/proielnummer. [0]
11. Label de rest van de draagconstrucie: [0]
12. Vloeren: materiaal/type, dikte, gebruiksfuncie/ver-anderlijke belasing
13. Balken: materiaal en evt sterkteklasse, doorsnedeafmeingen/proiel nummer
14. Kolommen: materiaal en evt sterkte klasse, doorsne-de afmeingen/proiel nummer
15. Muren: materiaal en evt sterkteklasse, dikte.
16. Geef de afmeingen van veelvoorkomende en uitzon-derlijke overspangslengtes. [0]
17. Uitzonderlijke construcie-elementen zoals hang-kolommen moeten naar eigen inzicht zo duidelijkmogelijk in de tekening worden verwerkt met extratekst ter verduidelijking.
18. Indien de vloer klein is vergeleken met het oppervlakvan het gebouw (bijvoorbeeld in het geval van een

9. VERTICALE BELASTINGAFDRACHT [WEEK2]

VERKLAREN:

Denk terug aan het pracicum TE1 waar de wetmaig-heden voor standzekerheid zijn behandeld. Voldoet hetgebouw precies of is er redundanie (meer stabiliteitselementen dan strikt noodzakelijk)?

Leg uit hoe de draagconstrucie weerstand biedt tegenhorizontale krachten:In het TE1 pracicum hebben we geconstateerd dat voorde stabiliteit van een geschoorde construcie de volgen-de wetmaigheden gelden.

• De vloeren en daken van een gebouw zijn in de regel vormvast/sijf zodat ze horizontale krachten naar de stabiliteitselementen van de construcie kunnen afdragen.
• Er zijn per vloer of dak tenminste drie stabiliteitselementen (zoals bijvoorbeeld windkruisen of schijven) nodig.
• Deze stabiliteitselementen mogen niet evenwijdig aan elkaar zijn geplaatst.
• -Deze stabiliteitselementen mogen met hun assen niet door 1 punt kruisen (dan krijg je rotaie- instabiliteit).

De draagconstrucie van woonhuis NN voldoet aan dezeeisen want:

De vloeren en daken zijn vormvast/sijf:

• verklaren...

Er zijn per vloer/dak minstens drie stabiliteitselementennodig die niet evenwijdig aan elkaar staan en wienswelklijnen elkaar niet door 1 punt kruisen.

• verklaren...

De stabiliteitselementen staan niet allemaal evenwijdigen de werklijnen van de stabiliteitselementen snijdenelkaar niet door één punt.

• Controleer dit: laat zien in tekening, verklaar in tekst.

INVENTARISEREN:

Maak een geëxplodeerde axonometrische tekening vande draagconstrucie. Vaak wordt het rommelig om aanelementen een dikte toe te kennen. Een simpel draad-model is dan het meest leesbaar. Soms is het wel handigom schijven een dikte te geven of te arceren. Dit kan jenaar eigen inzicht doen. Belangrijkste doel is leesbaar-heid. De axo geet een overzicht van de complete draag-construcie van het gebouw.

Op Brightspace zijn onderleggers gegeven van elk woon-huis. Hierin kan je gemakkelijk en snel de axo tekenen.De onderleggers zijn een hulpmiddel en niet gegaran-deerd correct.

ORDENEN:Teken de krachtsafdracht van een horizontale kracht ophet dakvlak.

• De tekenafspraak in de mechanica is een dichte pijl voor een ‘aciekracht’ en een open pijl voor de ‘reaciekracht’.
• Drukkrachten (zoals door een schijf) moet je met een blauwe pijl aangeven. Trekkrachten (zoals door een windverband) moet je met een rode pijl aangeven.
• Als de externe kracht niet dezelfde werklijn heet als de stabiliteitselementen zullen er, om evenwicht te maken, meerdere stabiliteitselementen geaciveerd worden.
• Als de kracht wordt verdeeld over stabiliteits- elementen door een vloer, teken dan het contour van de vloer dik in blauw, en geef aan dat het een vormvast vlak betret.
• Tussen de verdiepingen sippel je een vericale lijn lijn naar onder om duidelijk aan te geven waar de kracht terecht komt op de onderliggende vloer.
• Tenslote teken je de reaciekrachten in de fundering.

Doe dit voor een kracht in de langsriching en een krachtin dwarsriching.

11. HORIZONTALE BELASTINGSAFDRACHT [WEEK2]

12. TEAMVERGELIJKING MATERIAAL EN

DRAAGCONSTRUCTIE [WEEK3]

OPGAVE

Vergelijk de huizen van de verschillende teamleden.Hanteer de methode Inventariseren (Teken en nummer:wat, welk verschil?), Ordenen (teken, label, kleur in:Waar precies, hoe? en Verklaar voor zover technischmogelijk (Schrijf per nummer: Waarom?)

Hier wordt een suggesie gedaan voor verschillendeaspecten die je zo onderling zou kunnen vergelijken. Kieser uit en vul zelf aan. Houd de teksten kort en technischinformaief.

1. Wat is de grootste vloer- en dakoverspanning binnen de gebouwen?
2. Wat zijn de materialen van de hoofddraagconstruc- ie?
3. Is er hoofdzakelijk één construciemateriaal of -sys- teem gebruikt of is het een hybride mix?
4. Speelt zichtbare draagconstrucie een belangrijke rol in het architectonische beeld?
5. Zijn construcielementen massief of juist dun en fragiel?
6. Zijn construcieve verbindingen zichtbaar en nadruk- kelijk vormgegeven?
7. Kan je een aantal verbindingen indelen volgens de classiicaie in Bouwdelen en verbindingen p. 78 t/m 85?
8. Zijn de gebruikte materialen herbruikbaar? Zijn ele- menten te demonteren?

14. KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

EN ANDERE VOORZIENINGEN IN DE GEVEL [WEEK3]

OPGAVE

Analyseer de toegepaste kozijnen ramen en deuren enoverige voorzieningen in de gevel. Teken en beschrijfkozijn- raam- en deur-materialen, typen, draai of schui-friching, binnen- of buitenbeglazing etc. Vul eventueelaan met zonwering, energieopwekking, hemelwateraf-voer, noodoverstorten.

INVENTARISATIEOp gekopieerde basistekeningen van de gevel geef je dekozijnen, ramen deuren en overige elementen aan ennummer je ze per type (inventarisaie). Maak een duide-lijke legenda.

ORDENINGBij ‘ordening’ laat je meer in details zien hoe deze ele-menten er precies uit zien en zijn opgebouwd. (Een vastdocument in de producie van de architect is de kozijn-staat, waarin kozijnen, ramen en deuren worden gete-kend en beschreven.) Het erg handig om aan te gevenwat gelijke typen zijn, wat voor systeem er is toegepastof welke van gelijke afmeing zijn. Toon bijvoorbeeld en-kele details om in te zoomen op wat je bij inventarisaiein kaart hebt gebracht.

VERKLARINGBij de verklaring verlangen we een korte technischeomschrijving van toegepaste elementen met hun techni-sche funcies. Het is niet erg als je speculeert: als je datook maar aangeet en je redenen technisch van aard zijn.Door de elementen duidelijk genummerd te houden, kanje in een later stadium ook nog steeds technische func-ies of uitvoeringsredenen toevoegen bij voortschrijdendinzicht.

15. GEVEL- EN 16. DAKPAKKETSTUDIES [WEEK 4 EN 5]

OPGAVE

Je analyseert hoe een wand of dak in lagen is opge-bouwd, hoe elke laag is samengesteld, hoe ze metelkaar verbonden zijn (zie Bouwdelen en Verbindingenhoofdstuk 3) en wat de funcie van de lagen is. Wedoen dit op een strikt eenduidig vastgelegde manier,die nader bij inventariseren, ordenen en verklarenwordt uiteengezet. Je maakt zowel voor gevel als daktekeningen van het pakket, en pakketabel over deverschillende lagen, een bouwfysische berekening engraische representaie van temperatuur- en dampspan-ningsverloop en trekt conclusies aan de hand van (ookexperimenten met) het aangeboden rekenhulpmiddel(exceltool).

INVENTARISATIE - DE TEKENINGENZie het voorbeeldverslag. Teken rechts en onder tweehaaks op elkaar staande doorsneden, op schaal 1:10,tenminste een pakket van ongeveer 1,5x1,5m van:

• de meest representaieve gevelwand
• het dak (je mag in de tekening een schuindak platleggen)en teken daarnaast en boven een 3D waarmee je precieslaat zien dat beide doorsneden precieze sneden zijn vanhet zelfde 3D gevelpakket.

Bij gevelpaketen en -fragmenten teken je de horizontaledoorsnede onder, met de buitenzijde naar onder en devericale doorsnede rechts met de buitenzijde naar links.Teken bij een dakpakket onder het pakket de doorsnedein de ene riching, en er naast die in de andere rich-ing (zie voorbeeldschets op volgende pagina’s). Als dedoorsnede in beide richingen hetzelfde is, teken je zetoch alle twee. Het pakket teken je zo gedetailleerd alsmaar redelijkerwijs mogelijk is. Dus bij gevelpakketenzie je b. het metselverband en spouwankers, bij plan-ken de naden tussen de planken en de posiie van denagels of schroeven waarmee ze zijn vastgezet. Ook geefje dampremmende en waterkerende lagen aan. Haal deinformatie uit de tekeningen en de foto’s.

TIPSHoud de doorsnede-tekenregels in het oog:

• Nooit in lengteriching over een balk of kolom door-snijden (want dan lijkt het op tekening een massievevloer of muur).
• Zorg dat de elementen in doorsnede en (afgepeld)aanzicht keurig met elkaar stroken.
• De doorsnede keert zich met buiten of bovenzijdenaar het aanzicht.
• Teken indien mogelijk ook in doorsnede dingen dunin aanzicht (bv lensen van een stalen ligger in open-ruimte). Wil je iets tekenen wat je eigenlijk niet kan

zien: heel dun sippelen.

• Een doorsnedetekening wordt wat leesbaarder alszware, draagconstrucieve elementen in doorsnedeook een iets dikkere contourlijn krijgen: beton watdikker dan hout, draagconstrucief staal misschienwel helemaal zwart.

ORDENING - DE PAKKETTABELDe samenhang van het pakket blijkt uit de pakkettabel:je maakt voor elk een beschrijving in tabelvorm zoals inhet voorbeeldverslag is weergegeven. De kolomkoppen:- laagnummer : Elke regel stelt een laag in de construcie voor, van boven naar beneden is van buiten naar binnen.- omschrijving : Gebruik zoveel mogelijk de speciieke bouwkundige terminologie. Zie ook de aanbevolen literatuur in het moduleboek.- materiaal: Wees zo speciiek mogelijk: “vuren hout klasse B” is een betere omschrijving dan alleen maar “hout”- afmeingen (en hart-op-hart afstanden): lengte x breedte x hoogte of dikte in mm. Geef indien van toepassing hart op afstanden aan, bij staal profielmaten, bij balk-, staf- en plaatmateriaal mogelijk handelsafmetingen.- funcie: levert in feite al kort de verklaring op van die laag. Denk eraan dat een laag meerdere funcies kan vervullen! Benoem zoveel mogelijk! Denk er daarbij aan dat de lagen vaak zowel een dragende als een ilterende funcie hebben. Zie Bouwdelen en Vebindingen, vanaf pagina 11.

• v erbindingsschema: Wat zit waar aan vast en wat prikt waar door heen? Je kunt met een schema aangeven wat direct verbonden is, maar ook hoe de verbinding een tussenliggende laag doorprikt. (Denk bijvoorbeeld aan sijlen waarop eerst een dampremmende folie is aangebracht en vervolgens gipsplaten. De gipsplaatschroeven doorprikken de dampremmende laag dan: relevante informaie!- verbindingstype: Zie Bouwdelen en Vebindingen, vanaf pagina 77. Probeer de ‘directe’ of ‘indirecte’in combinaie met ‘posiie’, ‘vorm’en ‘materiaal’ verbindingsterminologie aan te houden.- bouwvolgorde: Probeer je de montage voor te stellen. Bijvoorbeeld: Het is misschien verstandiger eerst het stucwerk te verrichten alvorens de vloerafwerking te aan te brengen. Of uitspoelend voegcementwater zou ondergelegen glas of aluminium kunnen beschadigen.